Divergentie/ Reversals
- We kijken eerst even naar de trend.
- Een stijgende trend is aanwezig als de koers
steeds hogere bodems neerzet.
- We kijken dus in een stijgende trend naar de
bodems.
- Speelt een koerstopje dan niet mee in een
stijgende trend?
- Zeker wel, want je weet pas dat een bodem er
staat als de koers boven het voorgaande topje stijgt.
- Figuur 1:
- Zo staat de paarse bodem A er pas, indien de
koers boven het witte topje A stijgt.
- Ook staat de paarse bodem B er pas als de
koers boven het witte topje B stijgt.
- Er wordt dus voor het bepalen van een
stijgende trend primair gekeken naar de bodems
- ***
- Er is sprake van een dalende trend als de
koers steeds lagere toppen plaatst.
- We kijken dus in een dalende trend naar de
toppen.
- Ook hierbij spelen de bodems natuurlijk een
belangrijke rol.
- Er is immers pas sprake van een lagere top als
de koers onder een voorgaand bodempje daalt.
- Figuur 2:
- Zo staat de lagere top bij de paarse A er pas
zodra de koers onder het voorgaande bodempje bij de witte A daalt.
- Ook staat de lagere top bij de paarse B er pas
zodra de koers onder het witte lijntje bij de witte B daalt.
- Er wordt dus in een dalende trend primair
gekeken naar de toppen
- .
- We gooien even een indicator onder de grafiek,
en kiezen hiervoor de RSI-14.
- Figuur 3:
- De RSI-14 staat onder de grafiek afgebeeld, en
daarin staan met letters op dezelfde plaatsen de bodems en topjes
afgebeeld als in de koersgrafiek.
- We zien dat de witte bodem B in de RSI net als
in de koersgrafiek lager ligt dan de bodem A.
- De richting van de koers wordt bevestigd door
de indicator.
- Bij bodem B en C zien we echter iets anders.
- De witte bodem C in de RSI indicator ligt
echter hoger dan bodem B terwijl de witte bodem C in de koersgrafiek
wel lager ligt dan de witte bodem B.
- De lagere bodem C in de koersgrafiek wordt dus
niet bevestigd door een lagere bodem C in de indicator grafiek.
- Terwijl de paarse lijn in de koersgrafiek
omlaag loopt, loopt de paarse lijn in de indicator grafiek omhoog.
- Dit wordt divergentie genoemd, en dan ook nog
positieve divergentie.
- Waarom positieve divergentie?
- Wel, een hogere bodem in de indicator grafiek
bij een lagere bodem in de koersgrafiek duidt er op dat de kracht in
de daling is verdwenen en dat er een grote kans aanwezig is dat de
koers omhoog zal gaan draaien, de positieve kant op .
- Merk op: dat
voor de bepaling van de dalende trend wordt gekeken naar de
koerstoppen, terwijl voor bepaling van de divergentie in een dalende
trend wordt gekeken naar de koersbodems !
- ***
- We gaan nog even terug naar de eerste figuur
in dit stukje en zetten daar ook even een RSI-14 onder.
- Dit is een stijgende trend wat we zien zoals
vermeld aan de steeds hogere bodems.
- Figuur 4:
- De koers maakt bij de witte C een hogere top
dan bij de witte B, en we zien dit ook terug in de indicator grafiek,
er wordt dan gezegd dat de indicator de koersstijging bevestigd, er
zit kracht achter.
- We zien dat de koersgrafiek bij de witte E
weer een hogere top maakt, maar dat de indicator bij de witte E
duidelijk een lagere top neerzet, de koers stijging wordt niet door de
indicator bevestigd.
- We zien dat in de koersgrafiek de paarse lijn
van C naar E omhoog loopt en in de indicatorgrafiek loopt de paarse
lijn van C naar E omlaag.
- Dit wordt divergentie genoemd, en wel
negatieve divergentie omdat de kans groot is dat na zo'n negatieve
divergentie de koersgrafiek omlaag draait.
- Merk op: dat
voor bepaling van een stijgende trend wordt gekeken naar de
koersbodems, terwijl voor bepaling van de divergentie in een stijgende
trend wordt gekeken naar de koers toppen.
- ****
- Iets wat u in gedachten moet houden bij het
bepalen van divergentie is, dat deze als het ware van uw beeldscherm
af moet spatten.
- Als u een liniaaltje nodig heeft om te bepalen
of er wel of geen divergentie aanwezig is, ga er dan maar van uit dat
die er niet is.
- *****
- Dan zien we in de laatste grafiek nog iets
leuks, waar ik nu ook gelijk even op wil wijzen, en even heb
bijgetekend in onderstaande grafiek met een geel lijntje.
- Figuur 5:
- Bij het gele lijntje D - E zien we dat
de koers een hogere top maakt, maar de RSI een dubbele top ( tweede
top op gelijke hoogte) maakt.
- Dit is ook divergentie, er zit niet echt
kracht in top E van de koers, maar toch is dit een zwakkere vorm van
divergentie als in het geval van lijn C-E, sterker was het
signaal geweest indien topje E in de RSI lager lag dan D.
- .
- *****
- We weten nu, dat een dalende trend te
herkennen is aan de steeds lagere toppen welke worden neergezet in de
koersgrafiek (figuur 2) en dat in zo'n dalende trend positieve
divergentie optreedt met een indicator (in dit geval de RSI-14) op het
moment dat de koers een lagere bodem neerzet terwijl de indicator dit
niet bevestigd door op dat moment een hogere bodem neer te zetten
(figuur 3).
- Wat ook voorkomt is dat de koers een lagere
top neerzet in de grafiek, terwijl de RSI-14 indicator een hogere top
neerzet in de grafiek.
- Om te verduidelijken wat ik bedoel, pak ik
even de grafiek van Besi erbij.
- Figuur 6:
- In figuur 6 zien we Besi terwijl de koers in
een dalende trend zit, herkenbaar aan de steeds lagere toppen welke
worden neergezet.
- In deze grafiek ziet u twee verticaal
geplaatste blauwe lijnen, waar de koers een lagere top neerzet maar de
RSI-14 een duidelijke hogere top.
- Verder ziet u bij de verticale gele lijnen dat
de koers lagere waarden neerzet terwijl de RSI-14 indicator daar
hogere waarden neerzet.
- We zoomen even in op dit gedeelte van de
grafiek.
- Figuur 7:
- Bij lijn-A op een koerswaarde van 5,05 maakt
de RSI-14 een topje.
- Bij lijn-B (3,93) maakt de RSI-14 een bodempje
waarna de RSI-14 weer gaat stijgen en bij lijn-C een hoger bodempje
neerzet terwijl de koersgrafiek op dat moment een lager bodempje
plaatst.
- We weten uit de voorgaande tekst nu dat dit
positieve divergentie wordt genoemd, en dat dit een aanduiding is dat
de koers waarschijnlijk zal gaan stijgen ( de koersdaling wordt niet
bevestigd door de RSI-14)
- De koers gaat inderdaad omhoog, en bij lijn-D
zien we dat er een lagere top in de koersgrafiek wordt geplaatst dan
bij lijn-A, maar we zien ook dat er op datzelfde moment een hogere top
in de RSI-14 grafiek wordt neergezet.
- Dit wordt een "negative-reversal"
genoemd, wat aanduid dat de koers waarschijnlijk weer zal gaan dalen.
- Het mooie aan een "negative reversal"
is dat er ook een koersdoel kan worden berekend.
- De berekening van dat koersdoel is:
- Topje-D min (topje-A min bodempje-B) = 4,72 -
(5,05-3,93) = 4,72 - 1,12 --> 3,60
- We zien dat het bodempje bij E ligt op 3,55
dus het koersdoel is ruim gehaald.
- .
- Verder zien we in figuur 7 dat terwijl de
koers bij punt E een lagere bodem neerzet dan bij punt C , dit
niet plaats vindt in de RSI-14 grafiek, de lagere bodem wordt
niet bevestigd, er vindt positieve divergentie plaats (niet zo sterk
als in figuur 3), hetgeen er voor waarschuwt dat er een grote kans
aanwezig is dat de koers weer zal gaan stijgen, wat dan ook gebeurde.
- .
- Merk op:
Een "negative reversal" ontstaat als de koers een lagere top
neerzet (een dalende trend) terwijl de RSI-14 op dat moment een hogere
top neerzet. Een negative reversal waarschuwt dat de koers
waarschijnlijk weer gaat dalen, en een koersdoel kan worden bepaald
door het verschil van de eerste top met de erna volgende bodem af te
trekken van de tweede top.
- .
- ***
- Laten we nu figuur 5 er nog eens bij halen, en
er even wat andere lijnen in trekken.
- Figuur 8:
- We zien de opgaande trend in de AEX zoals
besproken bij figuur 5.
- Onder de grafiek staat weer de RSI-14.
- We zien dat terwijl de AEX bij D een hogere
bodem neerzet dan bij punt B (opgaande trend) de RSI-14 een lagere
bodem neerzet bij punt D dan bij punt B'.
- Dit wordt in de TA een "positive reversal"
genoemd.
- Het mooie van een positive reversal is dat er
net als bij de negative reversal een koersdoel kan worden bepaald.
- Het koersdoel wat kan worden bepaald is:
(top-C minus bodem-B) opgeteld bij bodem-D
- In getallen: ( 474,4 - 449,23) + 460,17
= 25,17 + 460,17 = 485,34
- Dit koersdoel is inmiddels behaald.
- .
- Merk op:
Een "positive reversal" ontstaat wanneer de koersgrafiek een
hogere bodem neerzet (stijgende trend) terwijl de RSI-14 op dat moment
een lagere bodem plaatst. Een koersdoel kan worden bepaald door het
verschil van de voorgaande top en bodem op te tellen bij de laatste
bodem.
- .
- **************
- ****
- U heeft nu kort kennis gemaakt met
divergentie.
- De sterkste negatieve divergentie is er
wanneer de koers een hogere top plaatst terwijl de indicator een
lagere top plaatst,
- een zwakkere negatieve divergentie is er
wanneer de koers een dubbele top plaatst terwijl de indicator een
lagere top plaatst,
- en de zwakste negatieve divergentie is
er tenslotte wanneer de koers een hogere top plaatst terwijl de
indicator een dubbele top plaatst.
- De sterkste positieve divergentie is er
wanneer de koers een lagere bodem plaatst terwijl de indicator een
hogere bodem neerzet,
- een zwakkere positieve divergentie is er
wanneer de koers een dubbele bodem plaatst terwijl de indicator een
hogere bodem neerzet,
- en de zwakste positieve divergentie is die
waarbij de koers een lagere bodem plaatst terwijl de indicator een
dubbel bodem neerzet.
*
Een negative reversal onstaat zodra de
koers een lagere top plaatst (dalende trend) terwijl de indicator een
hogere top neerzet.
Een positive reversal ontstaat zodra de koers
een hogere bodem neerzet (stijgende trend) terwijl de indicator
een lagere bodem plaatst.
Bij reversals kunt u een koersdoel bepalen.
Koersdoelen zijn er om naar toe te werken, of ze
worden gehaald ?
.
Divergenties kunnen altijd weer worden
uitgenomen of soms langer dan
wenselijk is aanhouden.
Zo zien we ook in de maanden Augustus en
September van 2009 een langdurig aanhoudende divergentie in de koers dag
grafiek ten opzichte van de RSI(14) terwijl de koers gewoon doorstijgt.
En soms, wanneer
bijvoorbeeld de koers na een negatieve divergentie toch weer verder
stijgt, en de RSI-14 een nieuwe hogere top gaat neerzetten, is de
divergentie "zomaar" verdwenen. U dient dus altijd te werken
met een stoploss voor het geval de koers niet doet wat u verwachtte.
De meeste optredende divergenties in de RSI met
de koers zijn een normaal gedrag van de RSI wanneer u er even over
nadenkt.
Bekijkt u eens de volgende figuur:
Figuur 9:
-
U ziet hierboven de stijgende
koers in de maanden Augustus - September-2009 terwijl de RSI
daalt.
-
Hoe kan dat ?
-
Wel, zoals bij de formule uitleg
al vermeld, zal er een steeds groter momentum moeten plaats vinden
(logaritmisch) om die RSI naar steeds grotere waarden te verplaatsen.
-
In de maand Juli zien we een
sterke koersstijging in 'relatief' korte tijd, dus een grote toename
van het momentum.
-
Daarna blijft de koers
doorstijgen, echter met een minder sterke stijging per tijdseenheid,
waardoor het momentum afneemt ten opzichte van de vorige 14 dagen, en
dus zal logischer wijs de RSI dalen.
-
Die daling zit in de formule
ingebakken als het ware.
-
De belangrijkste les welke u
hieruit mag optekenen is dan ook dat een daling van de RSI ten
opzichte van de koers, niet betekent dat er een daling van de koers
zal komen, alleen het momentum is afgenomen.
-
Idem voor dalende koers met
divergentie ... .
-
.
-
Let op dat dit anders is voor
positieve een negatieve reversals, deze moeten dan ook van het scherm
afspatten, als het ware overdreven reacties zijn.
-
Een kleine wijziging in koers
geeft een overdreven reactie in de RSI .
-
Na die overdreven reactie gaat
de koers verder met zijn voorgaande trend !
-
Voordat ik verderga, en later
wellicht terug kom met updates omtrent dit onderwerp, alleen het
eerste signaal is een reversal, de opvolgende signalen in dezelfde
trend zijn een bevestiging van de trend, die aangegeven werd door de
reversal.
-
Mev. Brown waarschuwt dan ook in
haar publicaties voor dit verschijnsel door te stellen dat wanneer u
bij een buiten proportionele beweging van de RSI de kant van de
RSI kiest ; u meestal aan de verkeerde kant van de markt terecht zult
komen.
-
.
#####******#####*****#####
-
Anders leren kijken
-
.
-
We gaan nu eens op een andere
manier naar de RSI kijken.
-
Ik zal dit stapje voor stapje
gaan doen, waarbij ik hoop dat vragen die in eerste instantie zullen
optreden later als vanzelf worden beantwoord.
-
Kijkt u mee ?
-
*
-
In bovengaande stukjes kon u
onder andere lezen dat de opbouw van RSI logaritmisch verloopt.
-
De weergave van de RSI is
genormaliseerd waardoor deze tussen minimaal 0 en maximaal 100
kan bewegen.
-
Tijdens een stijgende trend in
de koers grafiek zal de afgeleide RSI zich meestal in de Bull-range
bewegen en tijdens een dalende trend in de Bear-range.
-
De RSI wordt zodoende nogal
ernstig beperkt in zijn bewegingen terwijl de koersgrafiek als het
ware alle kanten op kan.
-
Dit is er de oorzaak van dat je
de RSI grafiek niet zomaar op de zelfde wijze kan bekijken als de
koersgrafiek.
-
Laten we dat even in een grafiek
bekijken.
-
Grafiek A:
-
U ziet dat terwijl de koers in
een stijgende trend zit, de RSI heen en weer geslingerd wordt tussen
ruwweg de waarden 40-80 (Bull-range) en zelfs in een dalende beweging kan zitten
wanneer de koers stijgt.
-
Een vervormd beeld.
-
Laten we daarom eens die RSI
losknippen vanaf de grafiek en in de richting van de trend plakken
naast de koersgrafiek.
-
Ter referentie heb ik even twee
datums gemerkt met een sterretje, het zijn punten in de koersgrafiek
met een nagenoeg gelijke koerswaarde.
-
Ik benadruk, in de koersgrafiek
liggen de sterretjes op een nagenoeg gelijke koers, en de sterretjes
in de RSI(14) liggen in tijd op dat punt.
-
Ik heb letterlijk even de RSI
van een uitgeprinte grafiek losgeknipt, ernaast geplakt en weer in
gescand .
-
Grafiek B:
-
Ik heb de RSI grafiek gedraaid
zodat de twee punten in de RSI grafiek die overeenkomen met de gelijke
koerswaarde in de koersgrafiek, op dezelfde waarde komen te liggen in
die koersgrafiek.
-
Ofwel, de RSI grafiek heb ik
dermate gedraaid en geplaatst, dat de sterretjes in de RSI grafiek,
welke correspondeerden met de koerswaarde waarbij de sterretjes staan,
op hetzelfde niveau liggen.
-
U ziet nu dat de dubbele bodem
van de koersgrafiek bij de sterretjes ook een dubbele bodem is in de
RSI grafiek.
-
We kunnen hieruit leren dat we
horizontale steunlijnen in de koersgrafiek moeten vergelijken met
schuin verlopende , dalende steunlijnen in de RSI grafiek.
-
Grafiek C:
-
De horizontale steunlijn X in de
koersgrafiek vinden we dus terug als een dalende steunlijn X in de RSI
grafiek.
-
Horizontale steunlijnen in de
stijgende koersgrafiek vinden we dus terug als schuin verlopende
dalende lijnen in de RSI grafiek.
-
Onthoud dit, het is zeer
belangrijk voor het vervolg !
-
Referentie lijnen ... later.
-
Uitgevoerd als animatie ziet u
dat de RSI als het ware over de koers wordt gelegd in bovenstaande
tekeningen
-
Figuur D:
-
In figuur E ziet u de koersgrafiek
in een dalende trend waarbij twee sterren geplaatst zijn bij nagenoeg
gelijke koerswaarden.
-
Onder in de grafiek ziet u dat de
RSI zich beweegt in de bear range.
-
U ziet dat waar de koers gelijke
waarden neerzet, de RSI een hogere waarde neerzet bij het tweede punt.
-
Wanneer we de RSI weer uitzouden
knippen zoals we hierboven hebben gedaan, en deze weer zou willen gaan
kantelen dat de RSI punten op het gelijke koersniveau liggen, dan kunt u
zich voorstellen dat deze tegenovergesteld gedraaid moet worden dan
gedaan in figuur A-B-C-D.
-
*
-
Wat we hieruit moeten onthouden
is dat bij een koers in een stijgende trend de referentielijnen in de
RSI dalend moeten worden getekend; en dat bij een koers in een dalende
trend de referentielijnen in de RSI stijgend moeten worden getekend.
-
.
-
.
-
Het stukje is nog in opbouw, dat
betekent ook dat af en toe aan eerder geplaatste tekst een en ander
wordt toegevoegd of dat er af en toe afbeeldingen worden toegevoegd om
een en ander verder te verduidelijken.
-
.
-
Wordt vervolgd ...
-
volgende keer meer ......
|