 | Het aantal koersbars waaruit deze sinus is opgebouwd
kunt u "aflezen" aan het aantal witte stippen op de 0-lijn. |
 | Als u de moeite neemt zult u ontdekken dat het er 30
zijn, dus één complete cyclus is dertig perioden. |
 | * |
 | In onderstaand artikeltje zullen we vervolgens de
eigenschappen gaan bekijken voor bovengenoemde typen gemiddelden en we
zullen er nog een andere manier van middeling / filtering bijpakken, de Median. |
 | . |
 | Het eenvoudig gemiddelde. |
 | We zullen nu als eerste deze sinus gaan bekijken
door middel van een eenvoudig -MA , ook wel SMA of kortweg MA genoemd. |
 | SMA staat voor
Simple Moving
Average. |
 | Een SMA berekent de gemiddelde waarde door elke
koerswaarde op te tellen en dan te delen door het aantal koerswaarden, een
berekening waarbij elk record of koerswaarde even zwaar weegt. |
 | We gaan dit even doen voor een eenvoudig-MA waarbij
wordt gerekend met 15 koersbars, een zogenaamd MA-15 en we bekijken dit voor
de positieve helft van de cyclus. |
 | De uitkomst ziet u weergegeven in figuur 3. |
 | Figuur 3: |
 | De positieve helft van de cyclus is geel ingekleurd. |
 | De MA-15 is rood weergegeven. |
 | . |
 | Waarom nemen we een MA over 15-perioden? |
 | Wel, 15 perioden beslaan het totale positieve
gedeelte van de cyclus. |
 | Zouden we bijvoorbeeld twintig perioden nemen in de
berekening van de MA, dat zitten er negatieve waarden van de sinus bij die
de berekening beïnvloeden, waarden welke buiten het geel -gekleurde
gedeelte van de sinus liggen. |
 | Zouden we bijvoorbeeld 10 perioden nemen dan worden
niet alle waarden van het gele gekleurde sinus gedeelte meegenomen in de
berekening. |
 | MA-15 dus. |
 | . |
 | We zien dat de rode MA-15 keurig de sinusvorm volgt,
er vallen echter een paar dingen op: |
 | De gele sinus vormt de hoogste waarde bij de gele A,
maar de MA-15 doet dit pas later bij de rode B. |
 | Aan het aantal periode -stippen op de nullijn kunt u
tellen dat de rode top B zeven stippen later wordt gevormd dan de gele top
A. |
 | De rode MA-15 lijn loopt dus 7 perioden achter op de
sinus lijn. |
 | De lag voor een eenvoudig-MA is dan de lengte van de
MA minus 1, gedeeld door 2. |
 | Lag = (15-1) /2 = 14/2 --> 7. |
 | . |
 | Vanuit mijn stukje Cyclus
weet u van figuur 5 in dat stukje dat een volledige cyclus 360 graden
is. |
 | In figuur 4 ziet u de figuur waar ik naar verwijs. |
 | Figuur 4: |
 | Terug naar figuur 2 en figuur 3 hierboven geeft dan
het volgende: |
 | * Een volledige cyclus zoals te zien in figuur
2 is 360 graden. |
 | * Het gele positieve gedeelte in figuur 3 is dan 180
graden. |
 | We zien dat de rode top B wordt gevormd wanneer de
gele sinus door 0 gaat. |
 | Dat is dus 90 graden (180-90) later. |
 | De rode MA-15 loopt dus 90 graden achter de
sinusgolf aan, dus de MA is een negatieve cosinus golf. |
 | . |
 | Wat ook opvalt is de lagere amplitude van de MA-15. |
 | Ik kom er bij de frequentie filtering van de MA nog
even op terug, maar de amplitude van MA is 2/Pi van de
amplitude van de Sinus. |
 | Dit is een waarde om rekening mee te houden bij
gecompliceerde indicators. |
 | . |
 | Wat gebeurt er nu wanneer we de MA korter nemen dan
15 perioden, dus bewust een verkeerde sample keuze maken? |
 | Dat zien we in figuur 5. |
 | Figuur 5: |
 | De grafiek is gemaakt voor een periode van P=12 met
een SMA=12 |
 | Op de horizontale as zien we de frequentie
weergegeven, en op de verticale as de demping. |
 | De horizontale as behoeft waarschijnlijk enige
uitleg. |
 | In de grafiek is weergegeven de "normalized
frequency" |
 | Het is zo, dat in deze wijze van grafiek weergave de
hoogst haalbare frequentie wordt weergegeven als Nyquist=1. |
 | De snelste wisseling (hoogste frequentie) welke we
kunnen hebben in een koersgrafiek bestaat uit twee koersbars. |
 | U ziet dat ook weergegeven als P=2, en dat is dan
Nyquist 1. |
 | Neemt de wisseling meer koers-bars in beslag, dan
wordt de frequentie lager en de Nyquist waarde dus ook. |
 | Zo is bij een periode welke vier koers-bars in
beslag neemt de Nyquist = 0,5. |
 | En bij een sinus die twaalf perioden in beslag neemt
(bovenstaande grafiek) is dit 0,166... . |
 | Mag u allemaal voor even vergeten, waar het omdraait
is dat de demping met een SMA-12 bij 12 perioden maximaal is, in
bovenstaande grafiek ziet u dat dit pakweg 50 dB is, en dat is behoorlijk
veel indien u bedenkt dat een demping van 3 dB al een halvering van de
output betekent. |
 | We zagen dat al in figuur 7, bij een gemeten periode
van 30 voor de sinus en een SMA-30, lag de amplitude van de SMA op 0. |
 | In figuur 9 ziet u dat dan voor een periode van de
sinus voor 12 met een SMA-12. |
 | . |
 | Wat zien we nog meer in figuur 9: |
 | We zien dat de demping bij de helft van P=12, dus
een SMA=6 ofwel de helft van de periode, vrij laag is. |
 | We zagen dat ook al in bovenstaande grafieken,
immers de amplitude van de SMA-sinus was gelijk aan 2/Pi ~0,64
bij een SMA=15 voor een Periode=30. |
 | . |
 | Er valt nog iets op in bovenstaande grafiek. |
 | Na het dieptepunt bij P=12, valt de demping weer
gedeeltelijk terug, maar is weer maximaal bij P=6. |
 | U ziet trouwens dat de demping steeds iets hoger
wordt naarmate de frequentie toeneemt. |
 | . |
 | Diegene die de code hebben aangevraagd, kunnen dit
eenvoudig controleren. |
 | Zet de SMA bijvoorbeeld op 60 bij een periode=30 en
dan zult u ook zien dat de demping maximaal is, ofwel u ziet weer een
trendlijn. |
 | Wanneer u dit doet via het parametervenster, zult u
ook zien dat bij de tussenliggende waarden de oorspronkelijke amplitude niet
meer wordt gehaald. |
 | . |
 | De overige zaken die opvallen in bovenstaande
grafieken behandel ik in een ander stukje, de fase verschillen welke
optreden zijn namelijk ook heel interessant maar vallen echter een beetje
buiten het bestek van dit MA-stukje. |
 | . |
 | Wat u uit bovenstaande moet onthouden, is dat u niet
zomaar willekeurig een waarde voor de te gebruiken SMA-periode moet kiezen. |
 | Bij een "ongelukkige keuze" krijgt u een
enorme vervorming/verzwakking van het output signaal, waardoor u zichzelf in
feite voor de gek houdt. |
 | Kies altijd een SMA gerelateerd aan de gemeten
periode. |
 | Verder ziet u dat hogere frequenties / snelle
wisselingen van de koers / een steeds grotere demping ondervinden naarmate
de frequentie toeneemt, terwijl lage frequenties nagenoeg geen demping
ondervinden, dus de lage frequenties worden zonder teveel demping
doorgelaten waardoor de SMA valt onder de "Low pass" filters. |
 | *** |
 | ** |
 | * |
 | Het gewogen gemiddelde. |
 | In diverse TA programma's vindt u deze MA terug
onder de naam WMA
welke afkorting afkomstig is van Weighted
Moving Average. |
 | Bij de SMA hadden alle records waarover de SMA werd
berekent een gelijke inbreng in het geheel, wat weging wordt genoemd. |
 | Bij de WMA wordt de invloed van een record minder
naarmate deze verdere terug ligt in de tijd. |
 | Zou je bijvoorbeeld een WMA nemen over drie records,
dan neem je 1X de waarde van het oudste record, 2X waarde van het opvolgende
record en 3X de waarde van het laatste record, waarna je de optelsom deelt
door 6. |
 | Een licht andere samenstelling is natuurlijk ook
mogelijk indien u bepaalde correcties wilt aanbrengen, maar onderstaand gaan
we even uit van de standaard WMA. |
 | Laten we eens zo'n WMA in de grafiek met de Sinus
plaatsen zoals in bovenstaande voorbeelden is gebeurd met de SMA. |
 | Figuur 10: |
 | Wanneer u deze vergelijkt met de frequentie respons
van de SMA ( figuur 9) dan ziet u dat deze totaal anders verloopt. |
 | Goed is te zien dat ook de WMA een laag doorlaat
filter is, immers lagere frequentie worden met weinig demping doorgelaten. |
 | Als belangrijk punt wordt meestal het -3dB niveau
genomen. |
 | In figuur 13 ziet u dat deze waarde ongeveer wordt
bereikt bij de waarde 0,25 ; wat overeenkomt met een cyclus van 8 koers-bars. |
 | Vergelijken we dit met een WMA-7 welke u in figuur
14 hieronder ziet, dat ziet u dat het -3dB punt wordt bereikt bij een
waarde van 0,14 wat ongeveer 14 koers-bars is. |
 | Met de waarde welke u kiest voor de instelling van
de WMA kiest u dus ook de doorlaatwaarde van het laag doorlaat filter ( low
pass filter). |
 | Als vuistregel geldt dat de doorlaat 2X de gekozen
WMA waarde is, wat overigens ook opgaat voor een SMA. |
 | Figuur 14: |
 | U ziet het resultaat, de lag wordt groter, deze
bedraagt nu 1,5 bar in plaats van 1 bar zoals bij de standaard WMA-4. |
 | Wanneer u goed kijkt, ziet u dat de amplitude van de
witte WMA-4 ook een fractie groter is dan van de standaard WMA-4
--> 0,7% groter. |
 | Waarom zou je willen afwijken van de standaard WMA-4
? |
 | Wel, het afwijken van de standaard WMA-4 kan
correcties later in je formule voorkomen, je kan proberen de weging van de
diverse records dusdanig te wijzigen dat je verdere correcties later in je
berekeningen voorkomt. |
 | Wanneer dat niet de reden is, kun je beter niet
afwijken van de standaard berekening van de WMA. |
 | *** |
 | ** |
 | * |
 | Het exponentiele gemiddelde. |
 | Dit gemiddelde vindt u vaak terug in uw technische
analyse pakket als EMA
wat staat voor Exponential
Moving Average. |
 | De EMA valt ten opzichte van de SMA en de WMA op
door zijn totaal andere manier van opbouw. |
 | Gaan we bij de SMA en de WMA uitsluitend uit
van de records van diverse datums, bij de EMA gaan we uit van een percentage
van het laatste record/koers, en van een percentage van de vorige waarde van
de EMA ...dus niet van de koers, maar de vorige waarde van de EMA ..! . |
 | De som van de percentages is 100%. |
 | We weten dus dat het gedeelte van de huidige waarde
van de koers, en het gedeelte van de vorige waarde van de EMA samen 1 is
(1=100%). |
 | Het eerste gedeelte van 1 waarmee we de huidige
prijs vermenigvuldigen wordt Alpha genoemd. |
 | Het gedeelte wat dan overblijft voor
vermenigvuldiging met de voorgaande -waarde van de EMA is dan 1-alpha. |
 | Wanneer ik Alpha even weergeef als @ dan wordt de
formule voor de EMA: |
 | EMA = @*Price[i] + (1-@)*EMA[i-1] |
 | Welke variaties u daarop ook wenst te maken, zorg er
altijd voor dat er een @ en een (1-@) ontstaat, wanneer u namelijk totaal
niet uitkomt op 1 dan kan dat zeer ongewenste effecten veroorzaken. |
 | . |
 | laten we even een EMA-15 in de sinus grafiek
plaatsen. |
 | Figuur 17: |
 | We zien dat we met de @ redelijk de te verwachten
Lag kunnen bepalen. |
 | . |
 | Via berekeningen kunnen we de EMA ook relateren aan
de SMA. |
 | Bij de SMA zag u dat de lag=(ma-1)/2 |
 | @=1/(Lag+1) |
 | Wanneer we dat nu combineren krijgen we @ =1/ (
(ma-1)/2 +1) wat geeft: --> @=2/(ma+1) |
 | Om niet al te technisch te worden breek ik het
stukje over de EMA hier af, maar u mag aannemen, dat bij verdere uitwerking
blijkt (via de frequentie response etc.) dat bij een gelijkwaardige
hoeveelheid lag de EMA een betere filtering geeft dan een SMA; of anders
gezegd, een EMA zal een gelijkwaardige filtering geven als een SMA bij
dezelfde hoeveelheid Lag. |
 | . |
 | De doorlaat bandbreedte van dit type filter wordt
berekend met de formule: 4*Pi/(@*(2+@)) |
 | . |
 | *** |
 | ** |
 | * |
 | Median |
 | De Median is een filter welke u niet in elk
TA-pakket aantreft, maar er eigenlijk niet in mag ontbreken. |
 | Ik kom bij dit filter even vanaf de andere kant als
bij voorgaande filters met de uitleg. |
 | Stel, ik heb een stukje TA-code met als output een
signaal zoals te zien is in onderstaande figuur. |
 | Figuur 22: |
 | In figuur 24 ziet u in de kleur geel de Median-5 en
in het grijs de WMA-10 |
 | U ziet dat de snelle wisselingen (de hogere
frequenties) door de grijze lijn worden gedempt, terwijl die voor verdere
bewerking echt benodigd zijn. |
 | Die snelle wisselingen omhoog en omlaag zien we
keurig terug in de gele lijn, de Median-5. |
 | We zien ook een vertraging, welke constant is, van
2,5 koers-bars/records. |
 | De gele lijn, de Median, zorgt op deze manier voor
een soort van gemiddelde, met een bekende Lag en zeer snelle respons. |
 | Het is dus een totaal andere manier van middeling
dan de SMA,WMA of EMa. |
 | *** |
 | ** |
 | * |
 | Wat kunnen we uit bovenstaande leren? |
 | *Elke soort MA heeft zijn eigen specifieke kenmerken
wat betreft de wijze waarop ze zijn opgebouwd, en daardoor de mate van lag
en smoothing welke we verkrijgen. |
 | *De WMA heeft vaak voorkeur t.o.v. de SMA vanwege
een kleinere lag en gelijkmatiger frequentie karakteristiek. |
 | *De EMA is instelbaar wat betreft de mate van Lag
via de @. |
 | *Ook kan de @ worden gebruikt om een EMA te
construeren met een zelfde mate van demping als een SMA maar dan met lagere
Lag. |
 | *De @ is zeer bruikbaar en berekenbaar in eigen
TA-script formules. |
 | * De EMA heeft de meest gelijkmatige manier van
frequentie demping. |
 | *De SMA en de WMA en de EMA zijn niet erg bruikbaar
voor data met snelle pieken etc, vanwege de demping op hogere frequenties. |
 | *Daarvoor kan beter een Median worden toegepast. |
 | *Denk goed na voordat u een MA of Median plaatst,
bedenk wat u wilt, en kies daarna de juiste MA of Median. |
 | *U zag al in bovenstaande, dat een verkeerde SMA
zelfs een cyclus volledig kan verwijderen. |
 | . |
 | Ik beloofde u ook al de moving-average zonder Lag,
maar die behandel ik in een anders stukje, dit stukje wordt anders te lang. |
 | . |
 | Ik heb in bovenstaande geprobeerd, zonder al te diep
in te gaan op de theorie een beetje de verschillen weer te geven tussen de
diverse soorten van middeling / smoothing die ons in de diverse TA
-pakketten ter beschikking staan, in de hoop dat u wanneer u er weer eentje
in uw grafiek plaatst, u door dit stukje er de juiste MA voor weet te
selecteren. |
 | * |
 | ** |
 | Indien bovenstaande vragen bij u opwerpt, stuur
gewoon een e-mail naar Jan@JSTAS.com
dan probeer ik het nader toe te lichten. |
 | . |
 | Vriendelijke groet, |
 | JanS ;) |
 | . |
 | De TA-script code voor de sinusgolf met de MA, de
WMA en de EMA en
daarin en de kleuring van de sample periode , welke ik gebruikt heb voor de
diverse grafieken in dit stukje kunt u opvragen bij Jan@JSTAS.com |
 | . |
 | Bron: J.F. Ehlers. |