In figuur 6 staat de aarde populair gezegd even links van de zon.
U weet dat de aarde éénmaal per 24 uur om de denkbeeldige as heen draait welke door de noordpool en de zuidpool loopt.
U ziet dat door de schuine stand van de aarde ten opzichte van de baan om de zon de meeste zonnestralen vallen in het vlak met daarin de A en de B.
We zeggen dan dat het zomer is in het noordelijk halfrond, en dus winter in het zuidelijk halfrond.
Ook is duidelijk te zien dat er geen zonnestralen vallen in het linkervlak met daarin B' en A' ; daar is het dus nacht.
Doordat de aarde om haar as draait, is deze situatie 12 uur later exact omgedraaid.
Er valt gelijk iets op wanneer u naar de tekening kijkt, en dat zijn de twee gestippelde cirkeltjes bij de noordpool en de zuidpool.
U ziet dat hoe de aarde ook om zijn as draait, het cirkeltje bij de noordpool in dit figuur 6 altijd zonnestralen zal blijven ontvangen, dus hoewel de aarde in 24 uur om zijn as draait, zal het daar geen nacht worden zolang de aarde aan deze zijde van de zon staat.
Wat ook opvalt is dat in het cirkeltje bij de zuidpool helemaal geen zonnestralen kunnen komen, het is daar dus nacht.
De cirkels worden poolcirkels genoemd, en het zal u niet verbazen dat deze 23,5 breedtegraden vanaf de polen liggen.
Omdat we tellen vanuit de evenaar, ligt dus de Noordpoolcirkel op 90-23,5 -> 66,5 graden Noorderbreedte en de zuidpoolcirkel op 66,5 graden zuiderbreedte.
*
Wanneer we een halfjaar verder zijn, dan staat de aarde als het ware rechts van de zon.
Figuur 7:
Figuur 7 is dus een half jaar verder dan de situatie in figuur 6.
We zien nu meer zonnestralen in het zuidelijk halfrond te recht komen, het is dan dus zomer in het zuidelijk halfrond van de aarde, en winter in het noordelijk halfrond.
Ook is nu duidelijk te zien dat de Noordpool niet meer wordt beschenen door de zonnestralen en de zuidpool wel.
Het is nu dus nacht op de noordpool en dag op de zuidpool, nu gaat op de zuidpool de zon niet meer onder wanneer de aarde elke dag om zijn as draait.
De poolcirkels worden altijd door middel van een stippellijn weergegeven op landkaarten en wereld kaarten.
*
Door de inclinatie van de aardas ten opzichte van de baan van de aarde om de zon treedt er nog een ander verschijnsel op rond de evenaar.
We weten inmiddels dat door de scheve stand van de aardas ten opzichte van de baan om de zon, het lijkt alsof de zonnebaan scheef verloopt om de aarde, de Ecliptica.
In figuur 6 zien we dat de zonnebaan de aardebaan kruist bij de punten A en C, dat is dus tweemaal in een jaar.
Rondom 21-Maart, wanneer op het Noordelijk halfrond de lente begint kruist de Zonnebaan de Aardebaan bij punt A.
Dit punt wordt het lentepunt genoemd.
Wij wonen hier in Nederland op het Noordelijk halfrond, en voor ons lijkt het dan of de Zon aan zijn opwaartse gang begint (klimming, declinatie).
Rondom 21-September, als hier op ons Noordelijk halfrond de herfst begint, dan snijdt de Zonnebaan de Aardebaan in punt C.
Dit punt wordt dan het herfstpunt genoemd.
Bij punt B zien we dat de Zon het hoogste punt heeft bereikt ten opzichte van de Aardebaan, we zien voor het grootste gedeelte van de dag de Zon schijnen, dit wordt ook wel de langste dag genoemd, op de Noordpool gat de Zon helemaal niet meer onder en de Zon beweegt zich dan door de Kreeftskeerkring, zo genoemd omdat de Zon dan in het sterrenbeeld Kreeft staat.
Op dit hoogste punt, B,lijkt het vanaf de aarde bekeken alsof de Zon drie dagen stilstaat voordat deze aan de daling begint naar punt C.
Vroeger vierde men dan ook de Zonnestilstand rond de 21-Juni.
Op 21-September is de Zon dan afgedaald naar punt C, en de dagen en de nachten zijn dan ongeveer even lang als bij punt A, 21-Maart.
De Zon gaat daarna verder met de daling en bereikt het laagste punt bij D rondom 21-December en gaat dan door de Steenbokskeerkring.
Deze stippellijn op een Wereldkaart wordt Steenbokskeerkring genoemd omdat de Zon op dat moment in het Sterrenbeeld Steenbok staat.
De dagen zijn hier dan kort en de nachten lang en op de Noordpool is het voortdurend nacht.
Ook op dit punt D lijkt het alsof de Zon weer drie dagen stilstaat voordat deze rond 24-Decmber weer aan de stijging naar punt A begint.
In de oudheid werd dit als een hemelse gave beschouwd en er werd dan ook feest gevierd, van waaruit later het Kerstmis feest is voortgekomen.
U ziet dus dat de Zon rondom de keerkringen als het ware van richting verandert, vandaar ook de naam keer-kring
Op een landkaart of wereldkaart ziet u deze twee ringen getekend als een stippellijn op 23,5 graden Noorderbreedte en 23,5 graden Zuiderbreedte, dus ten weerszijde van de evenaar op 23,5 Graden afstand.
De streek tussen deze twee keerkringen wordt de Tropen genoemd.
Het woord tropen is afgeleid van het Griekse woord 'trepo' wat zoiets betekend als keren of wenden.
.
Wij werken hier in Europa met het decimale getallen stelsel.
Dit wekt verwarring met de notatie waarmee de graden worden aangeduid.
Een graad wordt namelijk onderverdeelt in 60 minuten en een minuut is weer onder te verdelen in 60 seconden, net zoals we met de uur berekeningen op onze klok doen.
23,5 graden is dan in feite ook een verkeerde weergave.
De juiste weergave is 23 graden en 30 minuten; ofwel --> 23°30'
.
Waarom moeten we die graden onderverdelen in minuten en seconden ?
Wel, dat moet voor de nauwkeurigheid.
Stellen we de omtrek van de Aarde op ruwweg 40.074 km.
Verdelen we deze 40.074 km door 360 graden dan is de afstand tussen elke lijn 40.074/360 --> 111 km.
Door nu zo'n graad weer onder te verdelen in minuten, dan wordt de afstand tussen elke minuut 111/60 -> 1,85 km.
Verdelen we nu zo'n minuut weer in seconden, dan wordt de afstand tussen elke seconde 1,85/60 -> 0,03 km ofwel 30 meter.
Door deze benadering is elk plekje op aarde binnen 30 meter nauwkeurig weer te geven.
.
Op elke goede landkaart staat dan ook altijd de lengte graad en de breedte graad weergegeven.
Laten we eens een willekeurig stukje van een kaart pakken.
Figuur 9:
Aan de hand van eerdere tekst moet u nu kunnen vertellen waar dit plekje op aarde ligt.
Ik zal even de weg zijzen ;)
Links in het plaatje zien we onder in de foto 11° staan en iets hoger in de foto links 12° staan.
Omdat we de breedtegraden vanuit de evenaar tellen en de twaalf in deze foto boven de 11 zien staan weten we dat we vanuit de evenaar omhoog tellen.
Fouta in deze foto ligt dus tussen de 11° en 12° graden Noorderbreedte, dus boven de Evenaar.
Kijken we boven in de foto dan zien we links 13° staan en naar rechts 12° staan.
We tellen vanuit de nulmeridiaan welke door Greenwich loopt.
Omdat het getal naar links in de grafiek oploopt weten we dus dat we richting West gaan, dus Fouta ligt tussen de 12° en 13° rechts ofwel westelijk ten opzichte van de nulmeridiaan.
Een graad was ruwweg 111 km dus Fouta ligt ruwweg 1276 km boven de evenaar en ruwweg 1387 westelijk t.ov. de nulmeridiaan.
*
Nederland is een klein landje, en daarom treffen we hier maar enkele breedte en lengte graden aan.
Zo ligt Amsterdam ruwweg op 5° OL en 52°26' NB
Rotterdam op ruwweg 4°30'OL en 51°50'NB
Eindhoven ligt dan 5°30'OL en 51°25'NB
Hieronder even de kaart van Nederland met daarover heen de lengtegraden en breedtegraden.
Figuur 10:
.
Ik sluit even af met een paar leuke plaatjes.
*
Figuur 11:
In figuur 12 ziet een gravure uit 1515 van E. Schön.
Mooi is de schuin verlopende Ecliptica, de Zodiak, de dierenriem te zien.
Ook de evenaar met daarboven en daaronder de keerkringen, en rondom de polen de poolcirkels.
Altijd weer mooi om te zien die tekeningen uit het verleden.
*
Figuur 12:
In figuur twaalf ziet u het punt waar de 180 graden oosterlengte meridiaan en de180 graden westerlengte meridiaan bij elkaar komen, dat is mooi af te lezen onder in de afbeelding.
Dit is als het waarde de achterzijde van de aardbol, bekeken vanuit Greenwich, de plaats van de nulmeridiaan.
Dit is tevens de datumgrens, zoals te zien is links in figuur 4 en figuur 5.
Dus als u eens een dagje terug of vooruit in de tijd wilt... dan weet u waar u moet zijn ;)
*
Vriendelijke groet,
JanS ;)