RSI

#####******#####*****#####

Waarde RSI UP /DOWN Decimaal
90 10/1 10
80 4/1 4
75 3/1 3
66,6 2/1 2
50 1/1 Neutraal 1
33,3 1/2 0,5
25 1/3 0,33
20 1/4 0,25
10 1/10 0,1

#####*****#####*****#####

 

#####******#####*****#####

Divergentie/ Reversals

  • We kijken eerst even naar de trend.
  • Een stijgende trend is aanwezig als de koers steeds hogere bodems neerzet.
  • We kijken dus in een stijgende trend naar de bodems.
  • Speelt een koerstopje dan niet mee in een stijgende trend?
  • Zeker wel, want je weet pas dat een bodem er staat als de koers boven het voorgaande topje stijgt.
  • Figuur 1:

  • Zo staat de paarse bodem A er pas, indien de koers boven het witte topje A stijgt.
  • Ook staat de paarse bodem B er pas als de koers boven het witte topje B stijgt.
  • Er wordt dus voor het bepalen van een stijgende trend primair gekeken naar de bodems
  • ***
  • Er is sprake van een dalende trend als de koers steeds lagere toppen plaatst.
  • We kijken dus in een dalende trend naar de toppen.
  • Ook hierbij spelen de bodems natuurlijk een belangrijke rol.
  • Er is immers pas sprake van een lagere top als de koers onder een voorgaand bodempje daalt.
  • Figuur 2:

  • Zo staat de lagere top bij de paarse A er pas zodra de koers onder het voorgaande bodempje bij de witte A daalt.
  • Ook staat de lagere top bij de paarse B er pas zodra de koers onder het witte lijntje bij de witte B daalt.
  • Er wordt dus in een dalende trend primair gekeken naar de toppen
  • .
  • We gooien even een indicator onder de grafiek, en kiezen hiervoor de RSI-14.
  • Figuur 3:

  • De RSI-14 staat onder de grafiek afgebeeld, en daarin staan met letters op dezelfde plaatsen de bodems en topjes afgebeeld als in de koersgrafiek.
  • We zien dat de witte bodem B in de RSI net als in de koersgrafiek lager ligt dan de bodem A.
  • De richting van de koers wordt bevestigd door de indicator.
  • Bij bodem B en C zien we echter iets anders.
  • De witte bodem C in de RSI indicator ligt echter hoger dan bodem B terwijl de witte bodem C in de koersgrafiek wel lager ligt dan de witte bodem B.
  • De lagere bodem C in de koersgrafiek wordt dus niet bevestigd door een lagere bodem C in de indicator grafiek.
  • Terwijl de paarse lijn in de koersgrafiek omlaag loopt, loopt de paarse lijn in de indicator grafiek omhoog.
  • Dit wordt divergentie genoemd, en dan ook nog positieve divergentie.
  • Waarom positieve divergentie?
  • Wel, een hogere bodem in de indicator grafiek bij een lagere bodem in de koersgrafiek duidt er op dat de kracht in de daling is verdwenen en dat er een grote kans aanwezig is dat de koers omhoog zal gaan draaien, de positieve kant op .
  • Merk op: dat voor de bepaling van de dalende trend wordt gekeken naar de koerstoppen, terwijl voor bepaling van de divergentie in een dalende trend wordt gekeken naar de koersbodems !
  • ***
  • We gaan nog even terug naar de eerste figuur in dit stukje en zetten daar ook even een RSI-14 onder.
  • Dit is een stijgende trend wat we zien zoals vermeld aan de steeds hogere bodems.
  • Figuur 4:

  • De koers maakt bij de witte C een hogere top dan bij de witte B, en we zien dit ook terug in de indicator grafiek, er wordt dan gezegd dat de indicator de koersstijging bevestigd, er zit kracht achter.
  • We zien dat de koersgrafiek bij de witte E weer een hogere top maakt, maar dat de indicator bij de witte E duidelijk een lagere top neerzet, de koers stijging wordt niet door de indicator bevestigd.
  • We zien dat in de koersgrafiek de paarse lijn van C naar E omhoog loopt en in de indicatorgrafiek loopt de paarse lijn van C naar E omlaag.
  • Dit wordt divergentie genoemd, en wel negatieve divergentie omdat de kans groot is dat na zo'n negatieve divergentie de koersgrafiek omlaag draait.
  • Merk op:  dat voor bepaling van een stijgende trend wordt gekeken naar de koersbodems, terwijl voor bepaling van de divergentie in een stijgende trend wordt gekeken naar de koers toppen.
  • ****
  • Iets wat u in gedachten moet houden bij het bepalen van divergentie is, dat deze als het ware van uw beeldscherm af moet spatten.
  • Als u een liniaaltje nodig heeft om te bepalen of er wel of geen divergentie aanwezig is, ga er dan maar van uit dat die er niet is.
  • *****
  • Dan zien we in de laatste grafiek nog iets leuks, waar ik nu ook gelijk even op wil wijzen, en even heb bijgetekend in onderstaande grafiek met een geel lijntje.
  • Figuur 5:

  • Bij het gele lijntje D - E  zien we dat de koers een hogere top maakt, maar de RSI een dubbele top ( tweede top op gelijke hoogte) maakt.
  • Dit is ook divergentie, er zit niet echt kracht in top E van de koers, maar toch is dit een zwakkere vorm van divergentie als in het geval  van lijn C-E, sterker  was het signaal geweest indien topje E in de RSI lager lag dan D.
  • .
  • *****
  • We weten nu, dat een dalende trend te herkennen is aan de steeds lagere toppen welke worden neergezet in de koersgrafiek (figuur 2) en dat in zo'n dalende trend positieve divergentie optreedt met een indicator (in dit geval de RSI-14) op het moment dat de koers een lagere bodem neerzet terwijl de indicator dit niet bevestigd door op dat moment een hogere bodem neer te zetten (figuur 3).
  • Wat ook voorkomt is dat de koers een lagere top neerzet in de grafiek, terwijl de RSI-14 indicator een hogere top neerzet in de grafiek.
  • Om te verduidelijken wat ik bedoel, pak ik even de grafiek van Besi erbij.
  • Figuur 6:

  • In figuur 6 zien we Besi terwijl de koers in een dalende trend zit, herkenbaar aan de steeds lagere toppen welke worden neergezet.
  • In deze grafiek ziet u twee verticaal geplaatste blauwe lijnen, waar de koers een lagere top neerzet maar de RSI-14 een duidelijke hogere top.
  • Verder ziet u bij de verticale gele lijnen dat de koers lagere waarden neerzet terwijl de RSI-14 indicator daar hogere waarden neerzet.
  • We zoomen even in op dit gedeelte van de grafiek.
  • Figuur 7:

  • Bij lijn-A op een koerswaarde van 5,05 maakt de RSI-14 een topje.
  • Bij lijn-B (3,93) maakt de RSI-14 een bodempje waarna de RSI-14 weer gaat stijgen en bij lijn-C een hoger bodempje neerzet terwijl de koersgrafiek op dat moment een lager bodempje plaatst.
  • We weten uit de voorgaande tekst nu dat dit positieve divergentie wordt genoemd, en dat dit een aanduiding is dat de koers waarschijnlijk zal gaan stijgen ( de koersdaling wordt niet bevestigd door de RSI-14)
  • De koers gaat inderdaad omhoog, en bij lijn-D zien we dat er een lagere top in de koersgrafiek wordt geplaatst dan bij lijn-A, maar we zien ook dat er op datzelfde moment een hogere top in de RSI-14 grafiek wordt neergezet.
  • Dit wordt een "negative-reversal" genoemd, wat aanduid dat de koers waarschijnlijk weer zal gaan dalen.
  • Het mooie aan een "negative reversal" is  dat er ook een koersdoel  kan worden berekend.
  • De berekening van dat koersdoel is: 
  • Topje-D min (topje-A min bodempje-B) = 4,72 - (5,05-3,93) = 4,72 - 1,12 --> 3,60
  • We zien dat het bodempje bij E ligt op 3,55 dus het koersdoel is ruim gehaald.
  • .
  • Verder zien we in figuur 7 dat terwijl de koers bij punt E een lagere bodem neerzet dan bij punt C  , dit niet  plaats vindt in de RSI-14 grafiek, de lagere bodem wordt niet bevestigd, er vindt positieve divergentie plaats (niet zo sterk als in figuur 3), hetgeen er voor waarschuwt dat er een grote kans aanwezig is dat de koers weer zal gaan stijgen, wat dan ook gebeurde.
  • .
  • Merk op: Een "negative reversal" ontstaat als de koers een lagere top neerzet (een dalende trend) terwijl de RSI-14 op dat moment een hogere top neerzet. Een negative reversal waarschuwt dat de koers waarschijnlijk weer gaat dalen, en een koersdoel kan worden bepaald door het verschil van de eerste top met de erna volgende bodem af te trekken van de tweede top.
  • .
  • ***
  • Laten we nu figuur 5 er nog eens bij halen, en er even wat andere lijnen in trekken.
  • Figuur 8:

  • We zien de opgaande trend in de AEX zoals besproken bij figuur 5.
  • Onder de grafiek staat weer de RSI-14.
  • We zien dat terwijl de AEX bij D een hogere bodem neerzet dan bij punt B (opgaande trend) de RSI-14 een lagere bodem neerzet bij punt D dan bij punt B'.
  • Dit wordt in de TA een "positive reversal" genoemd.
  • Het mooie van een positive reversal is dat er net als bij de negative reversal een koersdoel kan worden bepaald.
  • Het koersdoel wat kan worden bepaald is:  (top-C minus bodem-B)  opgeteld bij bodem-D 
  • In getallen:  ( 474,4 - 449,23) + 460,17 = 25,17 + 460,17 = 485,34
  • Dit koersdoel is inmiddels behaald.
  • .
  • Merk op: Een "positive reversal" ontstaat wanneer de koersgrafiek een hogere bodem neerzet (stijgende trend) terwijl de RSI-14 op dat moment een lagere bodem plaatst. Een koersdoel kan worden bepaald door het verschil van de voorgaande top en bodem op te tellen bij de laatste bodem.
  • .
  • **************
  • ****
  • U heeft nu kort kennis gemaakt met divergentie.
  • De sterkste negatieve divergentie is er wanneer de koers een hogere top plaatst terwijl de indicator een lagere top plaatst, 
  • een zwakkere negatieve divergentie is er wanneer de koers een dubbele top plaatst terwijl de indicator een lagere top plaatst, 
  •  en de zwakste negatieve divergentie is er tenslotte wanneer de koers een hogere top plaatst terwijl de indicator een dubbele top plaatst.
  • De sterkste positieve divergentie is er wanneer de koers een lagere bodem plaatst terwijl de indicator een hogere bodem neerzet, 
  • een zwakkere positieve divergentie is er wanneer de koers een dubbele bodem plaatst terwijl de indicator een hogere bodem neerzet, 
  • en de zwakste positieve divergentie is die waarbij de koers een lagere bodem plaatst terwijl de indicator een dubbel bodem neerzet.
  • *
  • Een negative reversal  onstaat zodra de koers een lagere top plaatst (dalende trend) terwijl de indicator een hogere top neerzet.
  • Een positive reversal ontstaat zodra de koers een hogere bodem neerzet (stijgende trend)  terwijl de indicator een lagere bodem plaatst. 
  • Bij reversals kunt u een koersdoel bepalen.
  • Koersdoelen zijn er om naar toe te werken, of ze worden gehaald ?
  • .
  • Divergenties kunnen altijd weer worden uitgenomen of soms langer dan wenselijk is aanhouden.
  • Zo zien we ook in de maanden Augustus en  September van 2009 een langdurig aanhoudende divergentie in de koers dag grafiek ten opzichte van de RSI(14) terwijl de koers gewoon doorstijgt.
  • En soms, wanneer  bijvoorbeeld de koers na een negatieve divergentie toch weer verder stijgt, en de RSI-14 een nieuwe hogere top gaat neerzetten, is de divergentie "zomaar" verdwenen. U dient dus altijd te werken met een stoploss voor het geval de koers niet doet wat u verwachtte.
  • De meeste optredende divergenties in de RSI met de koers zijn een normaal gedrag van de RSI wanneer u er even over nadenkt.
  • Bekijkt u eens de volgende figuur:
  • Figuur 9:

  • U ziet hierboven de stijgende koers in de maanden Augustus - September-2009  terwijl de RSI daalt.

  • Hoe kan dat ?

  • Wel, zoals bij de formule uitleg al vermeld, zal er een steeds groter momentum moeten plaats vinden (logaritmisch) om die RSI naar steeds grotere waarden te verplaatsen.

  • In de maand Juli zien we een sterke koersstijging in 'relatief' korte tijd, dus een grote toename van het momentum.

  • Daarna blijft de koers doorstijgen, echter met een minder sterke stijging per tijdseenheid, waardoor het momentum afneemt ten opzichte van de vorige 14 dagen, en dus zal logischer wijs de RSI dalen.

  • Die daling zit in de formule ingebakken als het ware.

  • De belangrijkste les welke u hieruit mag optekenen is dan ook dat een daling van de RSI ten opzichte van de koers, niet betekent dat er een daling van de koers zal komen, alleen het momentum is afgenomen.

  • Idem voor dalende koers met divergentie ... .

  • .

  • Let op dat dit anders is voor positieve een negatieve reversals, deze moeten dan ook van het scherm afspatten, als het ware overdreven reacties zijn.

  • Een kleine wijziging in koers geeft een overdreven reactie in de RSI .

  • Na die overdreven reactie gaat de koers verder met zijn voorgaande trend !

  • Voordat ik verderga, en later wellicht terug kom met updates omtrent dit onderwerp, alleen het eerste signaal is een reversal, de opvolgende signalen in dezelfde trend zijn een bevestiging van de trend, die aangegeven werd door de reversal.

  • Mev. Brown waarschuwt dan ook in haar publicaties voor dit verschijnsel door te stellen dat wanneer u bij een buiten  proportionele beweging van de RSI de kant van de RSI kiest ; u meestal aan de verkeerde kant van de markt terecht zult komen.

  • .

#####******#####*****#####

  • Anders leren kijken

  • .

  • We gaan nu eens op een andere manier naar de RSI kijken.

  • Ik zal dit stapje voor stapje gaan doen, waarbij ik hoop dat vragen die in eerste instantie zullen optreden later als vanzelf worden beantwoord.

  • Kijkt u mee ?

  • *

  • In bovengaande stukjes kon u onder andere lezen dat de opbouw van RSI logaritmisch verloopt.

  • De weergave van de RSI is genormaliseerd waardoor deze tussen minimaal  0 en maximaal 100 kan bewegen.

  • Tijdens een stijgende trend in de koers grafiek zal de afgeleide RSI zich meestal in de Bull-range bewegen en tijdens een dalende trend in de Bear-range.

  • De RSI wordt zodoende nogal ernstig beperkt in zijn bewegingen terwijl de koersgrafiek als het ware alle kanten op kan.

  • Dit is er de oorzaak van dat je de RSI grafiek niet zomaar op de zelfde wijze kan bekijken als de koersgrafiek.

  • Laten we dat even in een grafiek bekijken.

  • Grafiek A:

  • U ziet dat terwijl de koers in een stijgende trend zit, de RSI heen en weer geslingerd wordt tussen ruwweg de waarden 40-80 (Bull-range) en zelfs in een dalende beweging kan zitten wanneer de koers stijgt.

  • Een vervormd beeld.

  • Laten we daarom eens die RSI losknippen vanaf de grafiek en in de richting van de trend plakken naast de koersgrafiek.

  • Ter referentie heb ik even twee datums gemerkt met een sterretje, het zijn punten in de koersgrafiek met een nagenoeg gelijke koerswaarde.

  • Ik benadruk, in de koersgrafiek liggen de sterretjes op een nagenoeg gelijke koers, en de sterretjes in de RSI(14)  liggen in tijd op dat punt.

  • Ik heb letterlijk even de RSI van een uitgeprinte grafiek losgeknipt, ernaast geplakt en weer in gescand .

  • Grafiek B:

  • Ik heb de RSI grafiek gedraaid zodat de twee punten in de RSI grafiek die overeenkomen met de gelijke koerswaarde in de koersgrafiek, op dezelfde waarde komen te liggen in die koersgrafiek.

  • Ofwel, de RSI grafiek heb ik dermate gedraaid en geplaatst, dat de sterretjes in de RSI grafiek, welke correspondeerden met de koerswaarde waarbij de sterretjes staan, op hetzelfde niveau liggen.

  • U ziet nu dat de dubbele bodem van de koersgrafiek bij de sterretjes ook een dubbele bodem is in de RSI grafiek.

  • We kunnen hieruit leren dat we horizontale steunlijnen in de koersgrafiek moeten vergelijken met schuin verlopende , dalende steunlijnen in de RSI grafiek.

  • Grafiek C:

  • De horizontale steunlijn X in de koersgrafiek vinden we dus terug als een dalende steunlijn X in de RSI grafiek.

  • Horizontale steunlijnen in de stijgende koersgrafiek vinden we dus terug als schuin verlopende dalende lijnen in de RSI grafiek.

  • Onthoud dit, het is zeer belangrijk voor het vervolg !

  • Referentie lijnen ... later.

  • Uitgevoerd als animatie ziet u dat de RSI als het ware over de koers wordt gelegd in bovenstaande tekeningen

  • Figuur D:

  • **

  • Hoe verloopt dit nu in een dalende trend?

  • Figuur E:

  • In figuur E ziet u de koersgrafiek in een dalende trend waarbij twee sterren geplaatst zijn bij nagenoeg gelijke koerswaarden.

  • Onder in de grafiek ziet u dat de RSI zich beweegt in de bear range.

  • U ziet dat waar de koers gelijke waarden neerzet, de RSI een hogere waarde neerzet bij het tweede punt.

  • Wanneer we de RSI weer uitzouden knippen zoals we hierboven hebben gedaan, en deze weer zou willen gaan kantelen dat de RSI punten op het gelijke koersniveau liggen, dan kunt u zich voorstellen dat deze tegenovergesteld gedraaid moet worden dan gedaan in figuur A-B-C-D.

  • *

  • Wat we hieruit moeten onthouden is dat bij een koers in een stijgende trend de referentielijnen in de RSI dalend moeten worden getekend; en dat bij een koers in een dalende trend de referentielijnen in de RSI stijgend moeten worden getekend.

  • .

  • .

  • Het stukje is nog in opbouw, dat betekent ook dat af en toe aan eerder geplaatste tekst een en ander wordt toegevoegd of dat er af en toe afbeeldingen worden toegevoegd om een en ander verder te verduidelijken.

  • .

  • Wordt vervolgd ...

  •         volgende keer meer ......